Rode auto’s

In de budgetsportschool in Amsterdam-West waar ik me een paar keer per week in het zweet werk, valt het me de laatste tijd op dat ik steeds meer sportievelingen zie in een Arsenal-shirt. Ik zeg bewust valt me op, want of het er daadwerkelijk meer zijn dan pak ’m beet een jaar geleden, durf ik te betwijfelen.

Het zou zomaar het rode-auto-effect kunnen zijn, in de psychologie beter bekend als het Baader-Meinhof-fenomeen: zodra je ergens op let, lijkt het alsof je het overal tegenkomt. Je koopt een rode auto, en ineens rijdt half Nederland in dezelfde bak. Of in mijn geval: Arsenal wint weer wat vaker, en plots lijkt het hele land rood-wit.

Of zou er toch een kern van waarheid in zitten? “Als je wint, heb je vrienden”, zong het gelegenheidsduo Henny Vrienten en Herman Brood al in de jaren tachtig. En tijdens deze verkiezingsperiode hoorde ik de Maurice de Honden van deze wereld herhaaldelijk over het zogeheten bandwagoneffect. Vrij vertaald: mensen haken graag aan bij de grootste groep- bij de winnaar. Uit angst om iets te missen, of om aan de verkeerde kant van de geschiedenis te staan.

Steeds meer Arsenal-fans in Nederland. Zou het dan toch? Ik werk nog niet zo lang bij RTL Nieuws, maar een paar collega’s noemen me inmiddels ‘die Arsenal-fan’. Een geuzennaam die de laatste maanden steevast gepaard gaat met positieve, hoopvolle woorden over de club. “Ze zijn wel echt lekker bezig, ik denk dat ze dit jaar kampioen worden.” Dat was bij eerdere werkgevers weleens anders. “Sterkte man, ik ben voor United dus ik snap je”, klonk het dan.

En misschien is dat wel het echte rode-auto-effect: niet zozeer dat je ze vaker ziet, die Arsenal-fans. Maar dat het weer hot is om je met onze club te bezigen en dat uit te dragen. Als zelfs de Liverpool propagandamachines van VI en Viaplay extra aandacht aan je besteden, dan weet je dat het goed zit.

 Jules Raijer

Rode auto’s
Back to blog

Leave a comment